1. Ervaringen met WLZ-cliënten jeugd.

Ouders vinden de invulling van een WLZ-toewijzing ingewikkeld. Met de eisen die gesteld worden hebben velen het moeilijk om de gezinsomstandigheden mee te laten wegen bij de zorg en begeleiding in de kinderopvang, school en/of weekendopvang.

De hoeveel documenten die moeten worden ingevuld zijn nodeloos ingewikkeld en veel.

Het voornamelijk individueel gerichte van de toewijzing veroorzaakt onzekerheid en frustratie.

  1. Ervaringen met hoogbejaarden.

Ook hier geldt het individueel gerichte als probleem en frustratie. De enorme papierzee voor b.v. dagopvang is voor ouderen niet te verwerken, de teksten zijn voornamelijk juridisch waarbij het erop lijkt dat de dagopvang zich juridisch indekt tegen welk probleem dan ook. De dagopvang is vaak heel plezierig voor de ouderen maar de verantwoordingpapieren kan flink wat minder met hetzelfde resultaat.

 

Eerder heb ik opgemerkt dat de vraag om hulp bij het regelen van gesprekken wanneer een cliënt een euthanasiewens heeft moeizaam verloopt. Een MDO organiseren om daarover in gesprek te raken blijkt een moeizaam gebeuren. De voortdurende wisselingen van verzorgsters veroorzaakt dat er geen vertrouwensband ontstaat met een van hen. Datzelfde geldt voor de huisarts, die werken in een huisartsenteam.

Bij een hoogbejaarde vrouw komt regelmatig een andere huisarts waardoor een vertrouwensband niet ontstaat, in één week 3 verschillende. In een gesprek over de euthanasiewens heeft de huisarts een technisch overzicht gegeven hoe dat in zijn werk gaat en bracht geen gevoel op voor de emotionele consequenties.

Ik ervaar het als schokkend dat de zorgverlening in veel gevallen alleen op de zorghandelingen gericht is, dat de verzorgster op tijdschema werken, dat dat de huisartsen ook blijken te doen en dat het emotionele leven en de beleving van sterven nauwelijks items zijn, het lijkt verworden tot technische handelingen en protocollen.

MDO’s voor overleg over de zorg voor ouderen worden nauwelijks georganiseerd. Ieder doet op zijn terrein wat die moet doen. Wanneer de situatie ernstig is is er soms telefonisch overleg tussen huisarts en verzorgster.

 

De behoefte aan pastorale begeleiding (in dit geval katholiek) is ook gebonden aan procedures en formele afspraken die gemaakt moeten worden. Opmerkelijk vind ik dat pastores en dominees nauwelijks deel uitmaken van de overleggroep die de zorg uitvoert bij bejaarden. Bij navraag bleek dat zij zelden worden aangesproken of uitgenodigd voor een MDO.

 

De kinderen/familie weten in veel gevallen niet hoe de zorg voor hun ouder in elkaar zit, welke procedures er gelden en vaak wordt door hen opgemerkt dat zij niet goed worden geïnformeerd.

 

Het lijkt me nuttig om een bijeenkomst te organiseren waarin de zorg en begeleiding van (hoog)bejaarden aan de orde is en welke betekenis een Onafhankelijke Clientondersteuner daarbij kan hebben.