Herken signalen bij de volwassene

Herken je 1 of meer signalen? Dat betekent niet direct dat er sprake is van kindermishandeling. Om een beter overzicht te krijgen van de situatie, helpt het de signalen in je mobiel of agenda op een rijtje te zetten.

Hoe gaat de volwassene met het kind om?

“De vader verscheurde de tekening voor zijn dochters’ ogen en zei ‘Ik hoef jouw tekening niet’.”

  • Klaagt over het kind.
  • Troost het kind niet.
  • Houdt het kind vaak thuis.
  • Beschermt het kind overdreven veel.
  • Geeft het kind taken die niet bij de leeftijd passen.
  • Schreeuwt tegen het kind.
  • Scheldt het kind uit.
  • Raakt het kind op een harde manier aan.
  • Slaat, schopt of duwt het kind wanneer er iets aan de hand is.

Hoe zit de volwassene in z’n vel?

“Toen ze bij ons op visite was, trilden haar handen en ging ze even weg. Toen ze terug kwam had ze geen trillende handen meer en rook ze naar drank.” 

  • Zegt dat hij of zij het kind niet aankan.
  • Doet alsof het hem of haar niet uitmaakt hoe het met het kind gaat.
  • Zegt negatieve dingen over zichzelf, anderen of de wereld.
  • Heeft verantwoordelijkheid voor het kind én gebruikt drank en drugs.

Hoe gaat het in het gezin?

“Hun kind gaat al weken niet naar school en het is elke dag één en al schreeuwen.”

  • Heeft weinig contact met anderen of andere gezinnen.
  • Er is vaak ruzie thuis.
  • Gezinsleden worden vaak ziek gemeld of zijn ziek.
  • Is vaak verhuisd of verhuist vaak met het gezin.

Hoe gaat de volwassene met anderen om?

“De moeder weigerde speciaal onderwijs voor haar dochter en hield het kind een tijd thuis” 

  • Komt afspraken niet na.
  • Praat liever niet met leraren of begeleiders.
  • Gaat tegen adviezen van school of andere organisaties in.
  • Heeft vaak contact met hulporganisaties.
  • Gaat steeds naar andere dokters en ziekenhuizen.
  • Zegt nee tegen medische of geestelijke hulp voor het kind.

Twijfel je over de signalen? Kijk bij kom in actie om daar iets aan te doen. Of bekijk de signalen bij het kind.